Heeft u oproepkrachten? Controleer dan of u voldoet aan de WAB
Sinds 1 januari geldt de Wet arbeidsmarkt in balans. Heeft u oproepkrachten? Dan is het belangrijk dat u voldoet aan deze wet, anders moet u wellicht loonkosten betalen die u niet wenst of had voorzien. De wet is een half jaar van toepassing, een mooi moment om de belangrijkste veranderingen wat betreft oproepkrachten nog even te herhalen. Zijn de regels bij u bekend en voldoen uw contracten aan alle voorschriften?
Wanneer is er sprake van een oproepkracht?
Per 1 januari 2020 definieert de wet de oproepovereenkomst als volgt: er is sprake van een oproepcontract als het aantal te werken uren niet is vastgelegd in een aantal te werken uren per week of per maand (of desnoods per jaar, als het recht op loon gelijkmatig over het jaar is verdeeld), en de werknemer geen recht heeft op loon op het moment dat hij niet werkt.
Loonstrook oproepkracht
Op de loonstrook van de werknemer moet vermeld staan dat er sprake is van een oproepkracht.
De oproep van een oproepkracht
Eén van de nieuwe regels betreft de termijn van oproepen. De oproepkracht hoeft zeker niet permanent beschikbaar te zijn: hij kan niet verplicht worden te komen werken indien hij niet tenminste vier dagen van te voren is opgeroepen om te komen werken (in een CAO kan deze oproeptermijn worden verkort tot één dag). Als de oproep om te komen werken binnen die vier dagen wordt ingetrokken, of wordt veranderd, dan behoudt de werknemer toch zijn recht op het salaris dat hij zou hebben genoten indien de oproep gewoon was doorgegaan.
Voortzetting contract van een oproepkracht
Een belangrijke nieuwe regel is de verplichting om periodiek de oproepkracht een aanbod te doen voor een vast aantal uren. Dit is als volgt uitgewerkt:
Steeds als er twaalf maanden zijn verstreken, moet u als werkgever in de dertiende maand de oproepkracht een aanbod doen voor een vast aantal uren (per week of per maand, in ieder geval een vaste arbeidsomvang). De vaste uren die u aanbiedt moeten tenminste gelijk zijn aan het aantal uren dat de oproepkracht de afgelopen twaalf maanden gemiddeld heeft gewerkt. De oproepkracht heeft één maand de tijd om het aanbod (al dan niet) te aanvaarden.
Let op: deze verplichting geldt ook voor werknemers met een zogenaamd min-max contract. Heeft u een werknemer die bijvoorbeeld een contract heeft voor minimaal 10 uur per week, en u roept hem regelmatig op voor meer uren dan die 10, dan bent u verplicht een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang ter grootte van het gemiddeld aantal uren dat deze werknemer boven de 10 uur heeft gewerkt in het afgelopen jaar.
Op het niet nakomen van deze verplichting staat een sanctie: zo lang de werkgever dit aanbod niet heeft gedaan, behoudt de werknemer recht op het salaris dat hij het afgelopen jaar gemiddeld heeft verdiend, ongeacht of hij wordt opgeroepen of niet!
Tot slot: de verplichting tot het doen van een aanbod voor een vast aantal uren is direct ingegaan per 1 januari 2020 voor lopende oproepovereenkomsten. Concreet: vanaf 1 januari 2020 moet u een oproepkracht die al een jaar voor u werkzaamheden verricht verplicht dit aanbod te doen.